27 juni 2017

Over het recht van vrije advocaatkeuze

Ruim een jaar geleden schreef ik op mijn LinkedIn-pagina over de ontwikkelingen met betrekking tot het recht van vrije advocaatkeuze dat rechtsbijstandverzekerden op grond van het Europese recht en de (Nederlandse) Wet op het financieel toezicht hebben. Dertig jaar geleden is dat recht vastgelegd in een EU-richtlijn. Sindsdien hebben verzekeraars zich op alle denkbare manieren aan dat recht proberen te onttrekken. In het bijzonder DAS Rechtsbijstand is daarbij, in mijn ervaring althans, een geduchte hoofdrolspeler. Als gevolg daarvan heeft het Hof van Justitie van de EU in 2013 het Sneller-arrest gewezen. Ieder misverstand (bij de verzekeraars) over de kracht en de werking van het recht van vrije advocaatkeuze leek daarmee weggenomen. De verzekeraars zijn niettemin stug blijven proberen het recht zoveel mogelijk te omzeilen. Dit leidde in april 2016 tot het Massar-arrest van het Hof van Justitie waarmee de restrictieve (beperkende) uitleg, die de verzekeraars aan de richtlijn meenden te kunnen toekennen, met de grond is gelijk gemaakt.

Je zou verwachten dat de verzekeraars een keer moeten gaan inzien dat de strijd is gestreden. Dat ze gewoon hun verplichtingen tegenover hun klanten, de verzekerden, correct moeten nakomen. De werkelijkheid is helaas anders.

Klik hier voor de volledige blog op LinkedIn.