7 oktober 2024

Een verhuurder kan zijn huurder dwingen tot exploitatie van het bedrijfspand

De huurder van een winkelpand is aan zijn verhuurder niet slechts verplicht tot tijdige en volledige betaling van de huurpenningen. Doorgaans is de huurder op grond van de huurovereenkomst (of de daarop van toepassing verklaarde algemene voorwaarden) tevens verplicht om het pand daadwerkelijk gedurende de gehele looptijd te exploiteren.

Exploitatie supermarkt

In augustus is een supermarktexploitant daartoe nog in kort geding veroordeeld door de kantonrechter in Lelystad. Een exploitant van een supermarkt huurde met ingang van 2020 een winkelruimte om er een tweede filiaal in te vestigen. Vrij snel daarna heeft hij de huur weer opgezegd, tegen 2025. Na amper een jaar de ruimte te hebben gebruikt, heeft de huurder de exploitatie van het filiaal in het gehuurde gestaakt. Sindsdien stond de ruimte dus leeg.

De verhuurder heeft dat niet gepikt. In kort geding vorderde hij met succes de huurder te veroordelen tot een gebod om de exploitatie te hervatten, zulks op grond van de afspraak in de (ROZ) huurovereenkomst dat het gehuurde tot het einde van de looptijd conform de overeengekomen bestemming dient te worden gebruikt.

Het verweer van de huurder mocht niet baten. Hij beriep zich op personeelstekort wegens een onveilige situatie in de straat van het gehuurde als gevolg van de aldaar aanwezige criminaliteit. Die situatie zou al een paar maanden na het ingaan van de huur zijn ontstaan. Daarom zou de verhuurder zich in redelijkheid niet op de exploitatieverplichting in de huurovereenkomst kunnen beroepen. De kantonrechter achtte dat allemaal onvoldoende onderbouwd. Bovendien betreft het omstandigheden waar de huurder ook reeds voor het aangaan van de huurovereenkomst rekening mee had kunnen en behoren te houden, zodat deze tot diens risicosfeer behoren. De kantonrechter oordeelde verder dat de verhuurder een spoedeisend belang heeft dat de ruimte geëxploiteerd blijft. Een leegstaande ruimte nodigt uit tot vandalisme, daalt in waarde en de verhuurbaarheid is een stuk geringer. De huurder werd veroordeeld om binnen 48 uur de exploitatie in zijn volle omvang te hervatten en tot het einde van de huurovereenkomst te handhaven, op straffe van een dwangsom van € 1.000 per dag en maximaal € 30.000.