15 mei 2025

Geldt de wettelijke klachtplicht ook in het arbeidsrecht?

De Hoge Raad heeft eind 2024 een belangrijke uitspraak gedaan over – onder meer – de vraag of de wettelijke klachtplicht ook van toepassing is in arbeidsrechtelijke verhoudingen (ECLI:NL:HR:2024:1278/1281). Moet een werknemer bij zijn werkgever tijdig klagen over het onterecht niet vergoeden van overwerk, op straffe van verval van die loonaanspraak?

De klachtplicht

Het algemene verbintenissenrecht bevat de op de schuldeiser rustende klachtplicht (artikel 6:89 BW). Deze houdt in dat een schuldeiser op een gebrek in de prestatie van de schuldenaar geen beroep meer kan doen als hij (de schuldeiser) niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken daarover bij de schuldenaar heeft geprotesteerd. De gedachte achter deze regel is de bescherming van debiteuren tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. Het tijdsverloop kan de (bewijs)positie van de schuldenaar namelijk onredelijk beïnvloeden. Met de klachtplicht heeft de wetgever beoogt een evenwicht aan te brengen tussen de belangen van enerzijds de schuldeiser en anderzijds de schuldenaar. De schuldeiser heeft tijd nodig voor onderzoek en beraad, anderzijds heeft de schuldenaar er belang bij dat hij zijn bewijspositie kan veiligstellen en nog eventuele maatregelen kan treffen.

Een gebrek in de prestatie

De klachtplicht geldt enkel als sprake is van een gebrek in de prestatie van de schuldenaar. Een in het geheel niet uitgevoerde prestatie valt daar niet onder. Verder is de klachtplicht van toepassing op alle verbintenissen van de schuldenaar, zelfs als deze zijn ontstaan uit bedrog, misleiding, dwaling of onrechtmatige daad.

Geldt de klachtplicht ook voor niet (volledig) betaald loon?

Die vraag stond centraal in het hierboven genoemde arrest. De zaak betrof een tweetal ex-werknemers van het cafébedrijf The Bunny Bunny Bar. Zij maakten voor het eerst in 2018 aanspraak op vergoeding van de sinds 2011 door hen gewerkte overuren. Zowel bij de kantonrechter als het gerechtshof vingen de werknemers bot. Het hof schaarde zich achter het standpunt van de werkgever dat de werknemers niet tijdig hadden geklaagd. De werknemers voerden vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad aan dat de klachtplicht niet van toepassing is op loonvorderingen uit een arbeidsovereenkomst vanwege de aard van de overeenkomst. En daarnaast dat het door de werkgever  niet betalen van de overwerkvergoedingen niet valt aan te merken als een gebrek in diens prestatie, zodat de werkgever ook om die reden geen beroep op de klachtplicht toekomt. Beide klachten worden door de Hoge Raad verworpen. De klachtplicht is wel degelijk ook op loonvorderingen uit een arbeidsovereenkomst van toepassing; hij geldt immers voor alle verbintenissen. Wel kan de aard van de overeenkomst van betekenis zijn bij de beoordeling van de vraag of de schuldeiser heeft voldaan aan zijn klachtplicht. In dat verband moeten namelijk alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Verder overweegt de Hoge Raad dat de niet-betaling van de overwerkvergoedingen in beginsel niet valt aan te merken als een prestatie die in het geheel niet is verricht omdat de werkgever wel andere loonbedragen had betaald. Er was dus sprake van een gedeeltelijke niet-nakoming van de loonbetalingsverplichting en daarmee van een gebrek in de prestatie van de werkgever.